Cubital tunnel syndroom: Inklemming (entrapment) van de nervus ulnaris

Dit is zo goed als de meest voorkomende zenuwaandoening in de elleboog. Deze zenuw zorgt voor de gevoeligheid van de pinkzijde van de hand: zijnde pink en ringvinger. Bij inklemming klaagt men typisch van een voos en/of tintelend gevoel.

Anatomie

De ulnariszenuw ligt over zijn gehele verloop aan de binnenzijde van de arm, en dit vrij oppervlakkig onder de huid. Bij het stoten van de elleboog kan men hierdoor een pijnlijke elektriciteit in de vingers ervaren. 

Deze zenuw verzorgt enerzijds het gevoel van de 2 buitenste vingers van de hand: deels de 4de vinger en volledig de vijfde vinger (= pink). Hij zorgt anderzijds ook voor de spierwerking van enkele handspieren: bezenuwt 2 plooiers (1 van de pols en 1 van de vingers), een aantal spieren van de pinkmuis en een deel van de intrinsieke handspieren (= kleine spiertjes tussen de botten van de hand die instaan voor de fijne handmotoriek).

Deze zenuw kan op 3 plaatsen in de elleboog inklemmen:

  1. net boven de elleboog kan aan de binnenzijde een ligament aanwezig zijn dat de zenuw afsnoert
  2. net achter de binnenzijde van de elleboog loopt de zenuw in een tunnel (de cubitale tunnel)
  3. iets meer naar onder hiervan duikt de zenuw in de spierbuik van de flexorpezen, en ook hier kan de zenuw inknellen.

Symptomen

  • Meest voorkomende klacht zijn tintelingen in de pink en ringvinger. Deze zijn vaak houdingsgebonden. 
  • Verminderd gevoel
  • Gevoel van electrische stromen of pijn aan de binnenzijde van de elleboog, met uitstraling naar de binnenzijde van de onderarm, pink en ringvinger.
  • Symptomen kunnen uitgelokt worden / verergeren door rechtstreekse druk op de zenuw / bij langdurig plooien van de elleboog
  • Bij ernstige gevallen is er permanent gevoelsverlies in de pink en de ringvinger, evenals atrofie (verdunning) van de intrensieke handspieren en krachtsverlies.

Diagnose

De anamnese met vermelding van 1 of meerdere van bovenvermelde symptomen is meestal afdoende richtinggevend. Hierbij horend is een gericht klinisch onderzoek meestal afdoende om de diagnose te kunnen stellen.

  • Meest typisch is de pijn over de zenuw en het kunnen opwekken van uitstralende pijn naar de vingers bij het tapotteren van de zenuw (Tinel sign). 
  • De stretch test (het uitrekken van de zenuw door de elleboog en pols zo ver mogelijk te buigen) kan gevoelig zijn.
  • In vergevordere gevallen ziet de hand er uitgemergeld uit (door spierzwakte en atrofie van de intrinsieke hanspieren) en kan een klauwhand (Bendictijner hand) optreden.

Om de ernst van de zenuwbeklemming vast te stellen, voeren we een zenuwgeleidingsonderzoek met spierfunctietest uit: een  EMG. Let wel, deze kan tot 30% vals-negatieven geven. 

Ook kan een RX aangewezen zijn om eventuele beenderige letsels, die de zenuw inklemmen, uit te sluiten.

Behandeling

Deze is initieel zeker conservatief. Hierbij wordt vnl aangegeven om uitlokkende factoren te mijden (elleboog leunen op scherpe rand, bepaalde houding, ...). Indien het vnl houdingsgebonden klachten zijn over nacht, kan een nachtspalk mogelijks nuttig zijn om de elleboog in strekstand te houden, maar dit is jammergenoeg vrij oncomfortabel. 

Operatie 

Indien desondanks de klachten blijven bestaan, lijkt een operatieve release van de zenuw geïndiceerd. Hierbij worden de inklemmende oorzaken losgemaakt zodat de zenuw terug een mooi vrij verloop kent. Doorgaans is enkel het vrijmaken van de zenuw voldoende.  

Indien er toch nog teveel spanning op de zenuw blijft, dan wordt de zenuw verplaatst naar voor de voorzijde van de mediale epicondyl. Bij het plooien van de elleboog, wordt de zenuw nu niet meer verder uitgerokken. De zenuw kan onderhuids blijven of kan onder een spier worden gelegd.

Mogelijke complicaties

Zoals bij elke ingreep zijn er de risico’s op infectie en nabloeding.

Meer specifiek voor deze ingreep  zijn:

• Voosheid in een zone rond het litteken (door het onvermijdelijk doorsnijden van zenuwtakjes bij het maken van de incisie) die mettertijd zal verkleinen..

• Bij elke elleboog operatie kan er zich tijdelijk wat gewrichtsstijfheid ontwikkelen. Gezien we het gewricht bij deze ingreep niet openen, is het risico hier eerder klein. 

• er kan echter nooit garantie gegeven worden tot een volledig herstel van de zenuw, daar bij de ingreep de zenuw van zijn compressieoorzaken wordt ontdaan, en de zenuw zelf dient te herstellen.

Nazorg

Gezien een dag hospitalisatie is voorzien, kan u het ziekenhuis enkele uren na de ingreep reeds verlaten. Alle benodigde documenten worden met u meegegeven, waaronder ontslagbrief voor de huisarts, voorschriften en nota’s voor tijdelijke werkstop. 

Raadpleeg ook onze patiëntenfolder “ontslaginformatie operatie elleboog”.

Afhankelijk van het type ingreep, wordt de elleboog vrijgelaten of kortstondig geïmmobiliseerd in een ellebooggips. Ongeacht, raden we steeds aan om een eenmalige tussentijdse wondcontrole te laten uitvoeren bij de huisarts na enkele dagen. Bij problemen, graag de adviezen van de huisarts hiervoor op te volgen, indien gunstig, het immobilisatieverband opnieuw aan te brengen en dicht te laten tot de eerste controle raadpleging.

Kreeg u een immobilisatieverband, vermoedelijk dan voor 10 dagen tot 2 weken. Indien het gipsverband begint te knellen kan de zwachtel rond het gips en de watten geopend worden. 

Belangrijk voor U is: regelmatig met de vingers en schouder bewegen (bloeddoorstroming bevorderen). Er zal voor U een controleafspraak na 10-14 dagen worden geregeld bij de chirurg.

Revalidatie

Het gebruik van kine voor bijkomende oefentherapie hangt af van de snelheid van herstel van klachten. Dit is zeer sterk variërend van enkele dagen, tot soms enkele weken of uitzonderlijk meerdere maanden vooraleer dit terug normaal is. De ernst van de zenuwbeschadiging bepaalt de snelheid van het herstel.  Uitzonderlijk recupereren de klachten niet helemaal. Dit komt vnl voor indien er voorafgaand aan de ingreep al in zeer sterke mate zenuwschade aanwezig was. 

Afspraak maken